Arkona ( eiland Rügen )


De kaap Arkona, het noordelijkste punt van het ( tegenwoordig ) Duitse eiland Rügen.

Meer dan 1000 jaar geleden ontdekten de Ranen, een Slavische stam, de magische pracht van deze 40 meter hoog uit zee rijzende krijtstenen kaap.
Zij bouwden hier een burchtwal voor hun god Svantovit. Het vissersdorp Vitt, dat nu nog als toeristische attractie bestaat, was al in het jaar 1000 tegen de wal gebouwd.
Tegenwoordig wordt de kaap gemarkeerd met een karakteristieke vuurtoren. De vuurtoren is in 1826 - 1827 gebouwd naar een ontwerp van Karl Friedrich Schinkel en is sinds 1902 in gebruik.


Svantovit stenen beeld
Beeld van Svantovit met de vier gezichten, gevonden in Polen, 3 meter hoog en zo'n 1000 jaar oud.

Svantovit houten beeld
Houten beeld van Svantovit,
bezienswaardigheid op het eiland Rügen.

Svantovit

Svantovit ( 'Heilige Heerser' ) was de vierhoofdige, zeer machtige Hoofdgod van de heidenen op Rügen. Zijn ros was een schimmel. Aan hem werd 1/3 van alle oorlogsbuit als offer aangeboden.
Een steenreliëf, dat op Rügen gevonden is en waarvan men aanneemt dat het een afbeelding van Svantovit is, laat eveneens een mannelijke figuur met een grote drinkhoorn zien.
Aangenomen wordt dat het hebben van meerdere gezichten ( wat vooral bij Slavische goden voorkomt, in tegenstelling tot Keltische en Romaanse goden ) een symbool is van de meervoudige macht van de god.

Jaromarsburg

Zijn bekendste tempel was gesitueerd in de stad Arkona op Rügen: de Jaromarsburg.
De Jaromarsburg was van 600 tot 1200 een plaats van verering voor de Ranen, gewijd aan hun god Svantovit. Gebouwd op de uiterste punt van de kaap werd de heilige plaats van drie kanten door de steile kustwanden en op land door de burchtwal beschermd. De daarbinnen gelegen vierkante, door zuilen gedragen, tempel was na de vernietiging van Mecklenburg door Rhetras in het jaar 1068 het religieuze centrum van de Slaven. In de tempel stond een houten standbeeld van Svantovit, met vier gezichten en een met wijn gevulde hoorn.
In het jaar 1168 veroverde de Deense koning Waldemar I de burchtwal en vernietigde de tempel om de verspreiding van het christendom te bevorderen.

Van de punt van Arkona zijn door de eeuwen heen steeds weer stukken in zee gestort, waardoor van Jaromarsburg bijna alleen nog maar de burchtwal over is.

Beschrijvingen

Voor de Svantovit-cultus op het eiland Rügen zijn veel schriftelijke en archeologische aanwijzingen. De Chronika Slavorum van Helmold von Bosau ( 12e eeuw ) beschrijft het Svantovit-Orakel , waar talrijke geschenken en offers uit de gehele Slavische wereld en niet-Slavische buurlanden heen gebracht werden. Voorbeeld is een kostbare beker van de Deense koning Sven.
De Slavische bevolking op Rügen hield langer dan andere Slavenstammen stand tegen de christelijke missies. Tijdens de conflicten met de Denen brachten de Ranen mensenoffers aan het standbeeld, hoofdzakelijk christelijke gevangenen. In 1168 werd met de vernietiging van de offerplaats het einde van de Slavische heerschappij aan de Oostzee ingeluid.

Ook de Deense priester Saxo Grammaticus schrijft aan het einde van de 12e eeuw over de Svantovit-cultus. Hij beschrijft precies het heiligdom op Kaap Arkona: een houten tempel met een enkele ingang en een rood dak waarin het houten, meer dan levensgrote, standbeeld van Svantovit stond. Van de vier hoofden keken er twee naar voren en twee naar achteren. De drinkhoorn in de rechter hand was van metaal en werd door een priester eenmaal per jaar met wijn gevuld. De overgebleven hoeveelheid ( 'wat de god niet opdronk' ) zou de oogst voorspellen.
Andere cultusonderwerpen, die bij deze godheid horen, waaronder een schimmel, die alleen door de priester bereden mocht worden, werden voor andere voorspellingen gebruikt. Met het paard bijvoorbeeld werd gekeken of men een op handen zijnde strijd zou winnen of verliezen. Hiertoe werd de schimmel door een stapel hout gejaagd; ging dat goed dan zou men overwinnen, maar als het beest struikelde...
Er waren altijd driehonderd ruiters in dienst ter bescherming van de god en de verdediging van zijn schatten.
Na de offerrituelen kwam het meestal tot een omvangrijk gelag waarbij de alcohol rijkelijk vloeide.

In 1921 dacht de Duitse archeoloog Carl Schuchardt, met behulp van de locatiebeschrijving van Saxo Grammaticus de exacte plek van de Svantovit offerplaats te hebben gevonden. Onderzoeken na de Tweede Wereldoorlog wezen echter uit dat het bij zijn vondst waarschijnlijk om een Deense missiekerk ging. De echte locatie is heden ten dage hoogstwaarschijnlijk op de bodem van de Oostzee.


* Er circuleren meerdere geschiedschrijvingen, deze tekst is daar slechts één van.


Quiring en Rügen

Quiring had zijn sporen al verdiend in de zwarte magie, toen hij halverwege de 12e eeuw op de poort van Arkona klopte. Rügen en de magiërsstad Arkona waren naast het religieuze centrum van de heidense Baltische landen, ook het brandpunt van de magische kennis en het verzet tegen de oprukkende Christenheid. Quiring werd door de leiders van de stad binnengehaald om zich samen met andere krachtige magiërs te buigen over de raadselen waar het christendom hen voor stelde. Quiring werkte samen met Civvi de Witte, Koro van Litouwen, Pota de Beer, Xtulo van Dorea, Bor de Stille en Cheb de Grijze. Naar verluid waren vooral de duistere experimenten die hij samen met Xtulo uitvoerde succesvol.
In 1166 trouwde de zwarte magus Quiring met zijn jeugdliefde, de witte magister Civvi.
De kruistocht van 1168, een veldtocht van Waldemar I, Hendrik de Leeuw en bisschop Absalon van Roskilde tegen de heidenen van Rügen, luidde het einde van de magiërsgemeenschap in. Arkona werd belegerd en ondanks het felle verzet viel de stad na twee maanden belegering. De stad en de tempel van Svantovit werden verwoest en slechts een enkeling ontsnapte aan de slachting.
Quiring en Xtulo organiseerden een wraaktocht, waar de overlevende zwarte magiërs en een aantal stedelingen aan mee deden. De overvallen op de zich terugtrekkende kruislegers waren effectief en gruwelijk. Quiring ging door met zijn wraak, tot hij Civvi tegenkwam in één van de dorpen waar hij het op gemunt had. Zij probeerde juist het leed van de oorlog te verzachten en toen ze hem zijn slachtwerk zag doen verbrak zij hun huwelijk. Quiring verliet Rügen om zich op een fundamenteler niveau te wijden aan de strijd tegen de Christenheid.


Portret van Quiring, gemaakt door de Deen Joachim Niebold, 1972.
Gemaakt voor het Fälschermuseum in Binz, eiland Rügen.


* Normale tekst is feitelijke informatie, gekleurde tekst is fictief.