Askáran heeft twee centrale verhaallijnen. De eerste, waarmee geopend wordt, gaat over de queeste van een groep woestijnbewoners, die hun door slavenhalers geroofde Prinses terug proberen te halen uit Azrím. De tweede gaat over het politieke machtsspel (het zogenoemde levende schaakspel) tussen de steden en vooral aan het hof van Azrím (de machtigste van de zeven steden).

De structuur

De meeste hoofdstukken hebben een nieuwe hoofdpersoon (18 in de nieuwe indeling). Alle bevolkingsgroepen, kasten, rangen en standen komen zo aan bod. Met elke hoofdpersoon wordt intiem kennis gemaakt (gedachten, wensen, geschiedenis, ambities) en elke hoofdpersoon komt in één of meerdere hoofdstukken terug als bijfiguur. Dat voorkomt dat het te verwarrend wordt met zoveel verschillende gezichtspunten.
Elk hoofdstuk wordt vooraf gegaan door een dagboekexcerpt van de allereerste hoofdpersoon.
Naast hoofdstukken zijn er een proloog, vijf intermezzo’s en een epiloog. Deze verhaal elementen hebben een andere opbouw. In de intermezzo’s en de epiloog komen de hoofdpersonen van eerdere hoofdstukken terug om delen van het verhaal, die vanuit meerdere gezichtspunten beschreven moeten worden, te vertellen. Elk intermezzo wordt voorafgegaan door uitleg over relevante regels van het Askáran spel.
In de eerste versie waren er 24 hoofdstukken met elk een eigen hoofdpersoon, maar dat had als nadeel dat de lezer elke keer opnieuw kennis moest maken met een nieuw figuur en dat de al bekende personen niet als hoofdpersoon terugkeerden, maar enkel als bijfiguren. Nu komen de meeste hoofdpersonen terug en worden de lijnen van het verhaal beter te volgen.

De verhaallijnen

De eerste verhaallijn wordt ingezet met de hoofdpersoon Ag, de Wraakgeest, een soldaat van de Vener, die wanhopig graag zijn ontvoerde Prinses wil redden uit Azrím. De lezer leert Ag vanaf het begin kennen en elk hoofdstuk waar hij (als hoofd- of bijfiguur) in voor komt wordt dus gekleurd door de opgedane kennis over hem. Excerpten uit zijn dagboek gaan aan elk hoofdstuk vooraf, waardoor zijn ontwikkeling en fysieke voortgang goed gevolgd kunnen worden.
De tweede verhaallijn kenmerkt zich door observaties van andere hoofdpersonen over de tweede centrale figuur, één van de personen die om de macht in Azrím strijden. Pas in één van de latere hoofdstukken wordt hij de hoofdpersoon en worden zijn innerlijk en zijn beweegredenen duidelijk.